donderdag 3 december 2009

Samenwerking in wachttoestand

Vier studenten waren weer enthousiast om de applicatie die onze studenten vorig academiejaar hadden gebouwd, helemaal op punt te zetten. Het ging om een applicatie om de medische administratie van La Nouvelle Espérance helemaal te automatiseren. Praktisch alle functionaliteiten waren aanwezig: intake, consultaties, labo-onderzoeken, ... , maar de applicatie was nog niet helemaal bugvrij en de import-exportfunctie met SIDA-info, de database opgelegd door de regering, moest nog afgewerkt worden.

Jammer genoeg zullen de vier studenten niet kunnen gaan. Men zal SIDA-info verder ontwikkelen en daar wacht LNE nu op. Het feit dat er een nieuwe directeur is, die we nu nog niet ontmoet hebben, speelt misschien ook een rol, wie weet. Dit is een ontgoocheling voor onszelf en voor onze studenten. Hopelijk kan de draad later weer opgepikt worden.

vrijdag 24 april 2009

Onze studenten in Burundi

Wie meer wil vernemen van onze studenten in Burundi, kan alles lezen op hun eigen blog:

http://stageinburundi.wordpress.com/

vrijdag 27 maart 2009

2009 Vier studenten naar Burundi voor een vervolgproject

Verleden jaar hebben we met Katho een klein projectje gedaan voor de aidsdagkliniek La Nouvelle Espérance in Bujumbura Burundi. Toen hebben een aantal studenten met het content management system Drupal een website gemaakt voor la Nouvelle Espérance (http://www.nouvelle-esperance.org). Mijn collega Noel Selis en mezelf zijn toen samen met twee studenten een weekje naar Burundi geweest om de gebruikers aldaar op te leiden in het beheer van de website en om op prospectie te gaan voor nieuwe projecten.

Dit jaar is het dan zover. Vier studenten van de opleiding toegepaste informatica gaan op stage in Bujumbura. Voor la Nouvelle Espérance ontwikkelen zij een webapplicatie voor het beheer van patiënten (intake, consultaties, labo-onderzoeken, medicatie) en de apotheek in la Nouvelle Espérance. De vier gelukkigen zijn Bartel Samyn, Liesbeth Clarysse, Ward Bettens en Wim Demey. Op dit ogenblik zijn zij gestart met het project. Nu werken ze nog in België, maar op 15 april vertrekken ze naar Burundi. Best spannend.

dinsdag 17 juni 2008

Batwa, een beter toekomst.


Père Elias, die zelf doctoreerde over de pygmeeën in Afrika, heeft de pastorale taak op zich genomen om voor de Batwa te vechten. Veel sympathie oogst hij daar niet mee, noch bij de Burundezen, die van de Batwa niet moeten weten, noch bij vele van zijn collega's. De regering heeft hij al zo ver gekregen dat hij van sommige regeringsfunctionarissen morele steun krijgt. Op geld moet hij niet rekenen.

Zijn project bestaat erin voor de Batwa dorpen te bouwen. Zo wil hij hen hun trots laten terugkrijgen, zodat zij meer moed krijgen om zich te integreren en uit de armoede op te klimmen. De Batwa moeten zelf de stenen maken. Dat kan enkel in het droge seizoen, van juni tot september, want de stenen zijn gewoon een blok gedroogde aarde. Zo'n blok droogt ongeveer drie weken. Wanneer ze voldoende stenen gemaakt hebben, enkele duizenden, dan huurt hij enkele bouwvakkers en kunnen de huizen gebouwd worden.

Zo'n nieuw modeldorpje hebben we ook bezocht. Zo'n vijfigtal propere hutjes, van het model dat ongeveer elke Burundees op het platteland heeft, een rechthoekig huisje met vier kamers en een gangetje in het midden.

Op de tweede fotootje ziet u een inkijk in de living van Esperanza, de hoofdverantwoordelijke van het dorp. Zij heeft het ver gebracht, want zij heeft meubels, een tafel en drie stoelen, een privilege in het dorp.

Het concept van père Elias lijkt te werken. Het volkje in het nieuwe dorpje was enthousiast, optimistisch en vol energie, terwijl we in het andere dorpje een veel gelatener bevolking zagen, die er eerder miserabel uitzag. Dit dorpje had ook voldoende grond (gekocht door de paters), om bananen en maniok te kweken om in hun eigen voedselbehoefte te voorzien. Om te verkopen hadden ze er helaas niet genoeg.

Elke dag bezoekt Elias en zijn medewerkers enkele dorpen om de gang van zaken te bespreken, hen te blijven stimuleren hun kinderen naar school te sturen en hen de weg naar de gezondheidszorg te tonen.

De Batwa, een vergeten volk


Zaterdag 14 juni 2008 zijn we samen met père Elias, een Ugandese (zwarte) witte pater, de bergen ingetrokken, op bezoek bij de Batwa, de pygmeeën. Jawel, in Burundi leven er pygmeeën. Zij maken ongeveer 2% van de bevolking uit. Het is een klein volkje, van ongeveer 1,30 m (wat je op de foto ziet, zijn volwassenen en kinderen), dat overal over Burundi verspreid is.

Lange tijd leefden zij in de bossen van de jacht. Zij integreerden zich niet, gingen niet naar school en namen niet deel aan de Burundese maatschappij.

Het probleem is nu dat de bossen verdwenen zijn en dat de Batwa geen bronnen van inkomsten hebben. Zij zijn een straatarm volk, uitgesloten en gediscrimineerd die vochten om te overleven. Zij spreken, net als de Burundezen, Kirundi en hun dorpen liggen vlakbij de dorpjes van de Burundesen, maar contacten tussen beide groepen is er niet. De Burundezen moeten van de Batwa niet veel weten en de Batwa zelf zagen geen reden om zich te integreren.

Père Elias maakt er zijn levenswerk van om de Batwa in de maatschappij te integreren (zonder hen te willen bekeren, wat opmerkelijk is voor een Afrikaanse pater): hij stimuleert ze om naar school te gaan en vooral, samen met hen bouwt hij voor hen nieuwe dorpen, zodat hun levensomstandigheden verbeteren, zodat ze hun trots terugvinden en zodat ze zo de moet vinden om een stap vooruit te zetten.

Op de tweede foto hier, zie je een voorbeeldje van zo'n Batwa-hutje, een strooien stulpje, ten groote van een WC voor gehandicapten en daarin leeft er een gezin met vier kinderen. Binnenin is er plaats voor een vuur om te koken, daarrond liggen een paar potten. Links hangt er een doek zodat de ouders wat gescheiden slapen. 's Avonds wordt het vuur gedoofd en leggen de kinderen zich in de overgebleven ruimte. Dat is het zowat. Meubels, huisraad, kleren vind je niet. Eigenlijk is er verder niets.

Het dorpje waar wij zijn geweest had wat grond van de regering gekregen. Het dorpje telde 26 families. Tussen hun huisjes kweekten ze wat bananen en maniok, maar het lapje grond was te klein om iedereen eten te geven. De Batwa probeerden in leven te blijven door te gaan werken op de velden van de Burundezen.

Sommige hebben een hutje van lemen stenen, een paleis als het ware (een leeg paleis dan). Hier zie je de verantwoordelijke van het dorpje trots poseren voor zijn paleis.

maandag 16 juni 2008

Terug, moe maar tevreden

Vanmorgen om 6.00u op Zaventem geland. We zijn terug thuis, moe maar tevreden. Vlug een uurtje of drie slapen en dan weer naar school. Tijd om te bekomen hebben we nog niet.

In de komende dagen zal ik mijn best doen om deze blog aan de vullen. Er valt nog heel wat te vertellen: de details over ons project, contacten voor nieuwe projecten, ons bezoek aan de Batwa, de indrukken die we in Burundi hebben opgedaan, de vele interessante gesprekken, ...

Alles komt nog, binnenkort, maar eerst een uurtje of drie slapen.

zaterdag 14 juni 2008

Kinderinvasie


Gisteren zijn we naar de cuisine mobile gaan kijken. HIV-patienten nodigen hun buren en vrienden u it om samen eten te maken. Intussen krijgen ze uitleg over hoe ze met weinig geld een evenwichtige maaltijd kunnen maken, wat dieetleer dus, en worden we voorgelicht over HIV-preventie. Dit gemeenschapmoment moet er ook voor zorgen dat de HIV-patient niet geisoleerd geraakt en gestigmatiseerd wordt.

Het was een indrukwekkende ervaring, tussen de lemen huisjes een ongelooflijke massa kleine kinderen te zien rondwriemelen, klaar om een maaltijd te verorberen. Er is hier nog veel te doen.

We zijn niet te lang gebleven, want de komst van blanken zorgt voor heel wat commotie: iedereen begint te zingen, de buren komen kijken, enzovoort. Men had zelfs speciaal stoelen gezocht om ons te ontvangen. Niet te lang blijven dus, want het is niet de bedoeling dat we de hele werking in de war sturen.

Vandaag naar de pygmeeen, de Batwa. Eens zien wat dat geeft.